Europa wil gezamenlijk militaire capaciteiten op zee en in de lucht versterken

Europese landen willen de onderlinge militaire samenwerking versterken. Dat moet onder meer gebeuren op maritiem gebied, in de luchtverdediging en bij het kunnen detecteren van bewegende doelen. Minister Ruben Brekelmans heeft daarvoor 3 zogenoemde intentieverklaringen getekend. Dit gebeurde vandaag na afloop van de Raad Buitenlandse Zaken Defensie in Brussel.

Brekelmans: ‘‘In het belang van onze eigen veiligheid hebben we een sterke NAVO nodig, met daarbinnen meer Europese samenwerking. Europese landen moeten samen een grotere bijdrage leveren aan onze veiligheid. Dit vraagt om meer samenwerking met onze bondgenoten. De vandaag getekende intentieverklaringen zijn een stap in de goede richting en gaan ons hierbij helpen.’’

Letter of intent

De eerste zogenoemde Letter of Intent betrof een samenwerking in het maritieme domein. Voor de Noordflank van de NAVO is een goede bescherming en verdediging van en op zee van groot belang. Daarnaast neemt de dreiging op de Noordzee toe. Daarom verenigen de lidstaten hun krachten. Dat gebeurt bij het zoeken naar toekomstbestendige vaartuigen en nieuwe modulaire wapensystemen.

De tweede intentieverklaring richt zich op luchtverdediging. Innovaties als dronezwermen zijn een grote bedreiging voor de NAVO en dus ook voor Nederland. Met nieuwe technologie willen de lidstaten de dreigingen het hoofd kunnen bieden.

Het ontwikkelen van loitering ammunition vormt een grote prioriteit voor de NAVO. Denk  bijvoorbeeld aan drones die bewegende doelen kunnen detecteren. Met de explosieve lading aan boord zijn de systemen in staat na detectie een doel uit te schakelen. Reden voor de lidstaten van de European Defence Agency om nog een derde intentieverklaring te tekenen, bedoeld om deze capaciteit gezamenlijk te ontwikkelen.

Steun en gevechtsgereedheid

In Brussel is door de EU-ministers van Defensie verder gesproken over de Annual Review on Defence. Dit rapport geeft inzicht in belangrijke trend op het gebied van defensie-uitgaven, -planning en –samenwerking. De landen kijken samen waar als collectief capaciteiten zijn te ontwikkelen, waar praktische kansen liggen en waar verder onderzoek mogelijk is.

Ook is in een werksessie gesproken over de militaire EU-steun aan Oekraïne. Onderwerp was onder meer het Oekraïense overwinningsplan, in aanwezigheid van secretaris-generaal van de NAVO Mark Rutte en de Oekraïense minister van Defensie Roestem Oemjerov. Bij een andere werksessie lag de nadruk op defensieparaatheid, ofwel European defence readiness. De lidstaten bogen zich daarin over kwesties rondom civiele en militaire weerbaarheid.