Geschiedenis Centrum voor Mens en Luchtvaart
Het Centrum voor Mens en Luchtvaart (CML) staat in een traditie van militaire luchtvaartgeneeskunde in Soesterberg. Er ontstond een luchtmachtonderdeel waar de krijgsmacht alle expertise over mens en luchtvaart samenbracht.
Militaire luchtvaartgeneeskunde
Soesterberg is niet alleen de bakermat van de militaire luchtvaart maar ook van de militaire luchtvaartgeneeskunde. Tijdens de Eerste Wereldoorlog merkten de eerste vliegers al snel dat de mens niet echt voor het vliegen is ontworpen.
Oprichting Vliegmedische Dienst
Om de medische gevolgen van vliegen te onderzoeken, kreeg de vlieger-arts P.M. van Wulfften Palthe in 1919 opdracht binnen de Luchtvaartafdeeling een vliegmedische dienst op te richten. Zijn opvolger, vlieger-arts J.E. Brouwer, bouwde vanaf 1924 de dienst verder uit. Reeds medio jaren '20 genoot de Vliegmedische Dienst internationale faam. Zowel Van Wulfften Palthe als Brouwer leverde uiteindelijk een aanzienlijke wetenschappelijke bijdrage aan de luchtvaartgeneeskunde.
Kampweg in Soesterberg
De Kampweg in Soesterberg werd een begrip in de luchtvaartgeneeskunde. En is dat tot de dag van vandaag gebleven. Het adres Kampweg 2 was na de Tweede Wereldoorlog jarenlang het hoofdkwartier van de afdeling.
Luchtvaartgeneeskunde van de luchtmacht
Op Kampweg 3 kwam in 1953 de stichting Nationaal Luchtvaart Geneeskundig Centrum. Het herbergde alle faciliteiten van de Nederlandse overheid op het gebied van de luchtvaartgeneeskunde. Alle Nederlandse vliegers, zowel burgerpiloten als militaire vliegers, werden er kind aan huis.
Veranderingen sinds 2002
Door veranderende taken van de Rijksoverheid werd de stichting Nationaal
Luchtvaart Geneeskundig Centrum in 2002 ontbonden. Het heette inmiddels
Aeromedisch Instituut.
De civiele keuringen gingen naar KLM en het naastgelegen TNO voerde voortaan het
wetenschappelijk onderzoek uit. De luchtmacht nam het gebouw en de overige taken
over, zoals selecteren, keuren en trainen van militaire luchtvarenden.