Zr.Ms. Van Speijk

Zr.Ms. Van Speijk is een van de multipurposefregatten van de Koninklijke Marine.

Multipurposefregat

Het multipurposefregat (M-fregat) is inzetbaar voor oppervlakteoorlogsvoering en onderzeebootbestrijding. Het heeft eigen luchtverdediging aan boord.

Op de boeg staat de NAVO-aanduiding van het fregat: F828.

Geschiedenis Zr.Ms. Van Speijk

  • Kiel gelegd: 1 oktober 1991.
  • Te water gelaten: 26 maart 1994.
  • In dienst gesteld: 7 september 1995.

Door personeelstekort ligt Zr.Ms. Van Speijk sinds april 2021 tegen de kant. De maatregel geldt waarschijnlijk tot eind 2024. 

Voorgangers

  • 1832-1837: kuilkorvet Van Speijk (ex-Argo), bewapend met 28 stukken (kanonnen). Het diende in tussen 1834 en 1837 in Nederlands Oost-Indië. In 1837 werd het overgedragen aan de Koloniale Marine. Het deed dienst als wachtschip in Soerabaja.
  • 1842-1868: korvet Van Speijk (ex-Medusa), bewapend met 20 stukken. Tot 1851 in Willemsoord. Het diende tot 1856 in Nederlands Oost-Indië. Daarna werd het ingedeeld in een oefendivisie naar de Middellandse Zee. In 1868 vertrok het naar Nederlands Oost-Indië en is het overgedragen aan de Indische Militaire Marine als werkhulp in Soerabaja.
  • 1882-1940: schroefstoomschip der eerste klasse Van Speijk. In 1887 ging het naar Nederlands Oost-Indië. Het was actief bij de Lombok-expeditie en de Atjeh-oorlog. In 1903 werd het schip verbouwd tot logementschip in Willemsoord. Vanaf 1905 tot 1940 was het een instructieschip voor stokers. Het is in maart 1946 in Hendrik Ido Ambacht verkocht voor de sloop.
  • 1940-1960: de K1, K2 en de K3 waren de eerste 3 van een geplande serie van 7 schepen. Deze waren uitgerust voor zowel kustbombardementen als escortes van schepen.
  • Toen in 1940 de oorlog uitbrak, was geen van deze schepen afgebouwd, vanwege een tekort aan materieel en gekwalificeerd personeel. De bouw van de eerste 3 schepen was echter zo ver gevorderd, dat de Kriegsmarine (Duitse marine) deze schepen liet afbouwen. Deze schepen escorteerden gedurende de oorlog voornamelijk konvooien in het Kattegat en de Atlantische Oceaan (Norwegian Sea). De K2 en de K3 zijn na de oorlog teruggevonden in Noorwegen. De K1 was in mei 1945 gezonken bij een luchtaanval. Alleen de K3 was in zo'n staat, dat zij door de Koninklijke Marine in dienst gesteld kon worden. Zij diende onder de naam Van Speijk voornamelijk in West-Indië. Het schip is in 1960 gesloopt. De K2 is kort na de oorlog gesloopt. De overige 4 schepen zijn wel besteld, maar nooit gebouwd.
  • 1960-1665  logementschip Van Speijk (ex-Flores), in Vlissingen.
  • 1965-1986: fregat Van Speijkklasse. Het diende in 1967-1969 in smaldeel 5. Het schip nam deel aan diverse NAVO-oefeningen. In 1977 is het gemoderniseerd. In 1983-1984 diende het als stationsschip in de Nederlandse Antillen.
  • 1986-1994: voormalige Dokkum (Dokkumklasse). Het was in gebruik voor proefnemingen met nieuwe brandstoffen.

Waar komt de naam vandaan?

Het schip is genoemd naar Jan Carel Josephus van Speijk. De zelfopoffering van deze man zorgde voor grote bewondering in het prille Koninkrijk der Nederlanden. Zo besloot Koning Willem I op 11 februari 1831 dat er altijd een schip bij de Koninklijke Marine zou varen dat Van Speijk heet. De resten van zijn schip werden gekoesterd. De mast heeft bijvoorbeeld nog enige tijd voor het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) in Den Helder gestaan, maar moest na enige decennia worden vervangen door een nieuw exemplaar. Toch bleef die mast in de wandelgangen ‘de mast van Van Speijk’ heten.

Jan Carel van Speijk, in 1802 geboren, was al vroeg wees. Hij werd opgevoed in het Burgerweeshuis in Amsterdam. Zijn oudere broer was bij de marine terechtgekomen. En hoewel Jan Carel oorspronkelijk voor het kleermakersberoep werd opgeleid, werd ook hij door de zee aangetrokken. Door zelfstudie wist hij in 1820 een plaats als stuurmansleerling te krijgen.

De dienst aan boord gaf hem de overtuiging dat zijn ontwikkeling tekortschoot om tot de officiersrangen op te klimmen. In 1821 nam hij daarom ontslag, om zich aan de wal voor verdere examens klaar te maken. Zo bereikte hij ten slotte zijn doel. Hij commandeerde verschillende kleinere oorlogsschepen, waarbij hij zich meerdere keren onderscheidde bij de pacificatie van de Archipel en de bestrijding van de zeerovers.

In 1830 werd hem het bevel over Zr.Ms. Kanonneerboot No.2 opgedragen. Het schip werd bij het Scheldeflottielje ingedeeld en tijdens gevechten bij Antwerpen verwierf Van Speijk de Militaire Willems-Orde. Op 5 februari 1831 woei het hard op de Schelde en het voor anker liggende schip raakte door het krabben van het anker aan lager wal. Onder zeil gaan baatte niet en voor er tijd was om een werpanker uit te brengen, sprongen opstandelingen van de wal over op het schip.

Van Speijk had gezworen dat zijn schip nooit in handen van de opstandelingen zou vallen. Hem bleef maar 1 middel over om die eed gestand te doen. Volgens het verhaal heeft hij zijn besluit in alle kalmte genomen. Hij ging benedendeks en stak een sigaar op. Een scheepsjongen liep hem voor de voeten en uit een paar woorden die Van Speijk tegen hem sprak, kreeg deze blijkbaar in de gaten wat de commandant van plan was. Hij waarschuwde een paar maten en sprong met hen overboord. Even later vloog het schip door de ontploffende kruitkamer met een donderende knal de lucht in.

Behalve de paar schepelingen die over boord waren gesprongen, vonden alle opvarenden de dood. Deze daad van Van Speijk veroorzaakte een golf van enthousiasme in Noord-Nederland. De inmenging van de grote mogendheden in de ruzie tussen Noord en Zuid had veel kwaad bloed gezet. En het optreden van Van Speijk werd aangevoeld als een symbool van onze zelfstandigheid. Het stoffelijk overschot van Van Speijk werd met grote luister in de Nieuwe Kerk in Amsterdam bijgezet en kreeg een gedenksteen. Ook in het Burgerweeshuis waar hij was opgevoed werd een gedenksteen geplaatst.

Nog steeds zingen de Adelborsten:
"Het voorbeeld door Van Speijk gegeven, volgen wij met hart en hand."

Embleem

Het embleem is afgeleid van het gemeentewapen van Amsterdam, dat is beladen met een afbeelding van de exploderende boot van Van Speijk. Het embleem toont in keel (= rood) een paal van sabel, beladen met een exploderende, omgewende, houten 19e-eeuwse gaffelkanonneerboot van zilver. Alles op een golvende schildvoet van azuur. De embleemspreuk is 'Dan liever de lucht in' en staat in Latijnse letters van zilver op een lint van keel (= rood).