Zr.Ms. Snellius
Zr.Ms. Snellius is een van de 2 hydrografische opnemingsvaartuigen van de Koninklijke Marine.
Hydrografisch opnemingsvaartuig
De hydrografische opnemingsvaartuigen van de marine brengen veranderingen van de vaarwegen en zeebodem in kaart. Dit doen zij vooral in de Noordzee en de Caribische delen van het Koninkrijk. Maar ook in missiegebieden.
Op de boeg staat de NAVO-aanduiding van het opnemingsvaartuig: A802.
Geschiedenis Zr.Ms. Snellius
- Kiel gelegd: 25 juni 2002.
- In dienst gesteld: 12 december 2003.
Voorgangers
- 1929-1942: opnemingsvaartuig Willebrord Snellius.
- 1952-1977: opnemingsvaartuig later logementsschip Snellius.
Waar komt de naam vandaan?
Het hydrografisch opnemingsvaartuig Zr.Ms. Snellius is vernoemd naar Willebrord Snellius.
Snellius werd in 1580 te Leiden geboren. Zijn vader was Rudolf Snellius (1546-1614), gewezen hoogleraar in de geneeskunde (Leuven), wijsbegeerte, Hebreeuwse taal en wiskunde (Nederland). Willebrord volgde zijn vader op als hoogleraar in de wis- en natuurkunde te Leiden (1613). Al op jeugdige leeftijd probeerde hij een van de verloren werken van Appolonus Pergneus te herstellen. Willebrord is dan 17 jaar oud.
In 1610 hield hij een voordracht over de Algamest van Ptolemaeus. Kort daarna ontmoette hij, op een van zijn vele buitenlandse reizen, in Duitsland de grote Deense geleerde Tycho Brahe, terwijl ook een ontmoeting met Kepler voor de jonge wiskundige van groot belang was. Snellius raakte bekend door zijn ontdekking van de wet over lichtbreking en bovendien door zijn trigonometrische onderzoekingen.
Het 'probleem van Snellius', (ten onrechte ook wel 'het vraagstuk van Pothenot' genoemd) houdt in: 'Te bepalen de afstanden van een punt tot de hoekpunten van een ontoegankelijke driehoek te meten waaronder men uit het gegeven punt de zijde ziet.'
Op 22-jarige leeftijd werd Willebrord Snellius benoemd tot buitengewoon hoogleraar in Leiden en 2 jaar later, in 1615, tot hoogleraar. Snellius zorgde voor het eerst voor een graadmeting in Nederland. Voor een nieuwe graadmetingsmethode legde hij de grondslag in zijn werk Eratosthnese Batavus (1624).
Hij maakte hierbij voor het eerst gebruik van de trigonometrie. Zijn Tiphys Batavus (1624) behandelt onderwerpen uit de wiskundige zeevaartkunde. Snellius heeft door zijn onderzoekingen op het gebied van trigonometrie en graadmeting zeer veel bijgedragen tot de ontwikkeling van de huidige kartering. Ook op ander gebied vertegenwoordigt zijn naam de Nederlandse wetenschap met ere.
Embleem
Het embleem toont in keel (= rood) 3 rozen van zilver.