Ollongren: ‘Europese defensiesamenwerking is bittere noodzaak’
“Het is tijd ambitie te tonen en te zorgen dat Europa veilig blijft.” Met die woorden opende minister Kajsa Ollongren vandaag het door het Financieele Dagblad georganiseerde Europadebat.
Thema was ‘Naar een Europees leger’. De minister ziet graag dat Europa op defensiegebied nog meer samenwerkt. Zij noemt het zelfs bittere noodzaak.
“Europa heeft op dit moment 16 verschillende gevechtsvliegtuigen, 12 soorten tanks en 33 verschillende typen fregatten. Die fragmentatie werkt verlammend, ook binnen de NAVO. Het is duur, niet efficiënt en gaat ten koste van onze slagkracht. En dat terwijl we in de EU samen meer aan defensie uitgeven dan de Russische Federatie: vorig jaar € 220 miljard in de EU tegen € 178 miljard in Rusland.”
Specialiseren en standaardiseren
Geld is het probleem dus niet, wilde de minister maar zeggen. Europa moet zich specialiseren, zodat ieder land doet waar het goed in is. Maar ook standaardiseren. “Zodat onze mensen beter kunnen samenwerken en onze systemen zoveel mogelijk inwisselbaar zijn. Slechts 11% van de Europese Defensieaankopen wordt op dit moment gezamenlijk ingekocht. Dat kan en moet beter. Niet ieder-voor-zich, maar schaalvoordelen en ‘more bang for our bucks’.”
Wake-up call
De roep om een Europees leger komt uiteraard niet uit de lucht vallen. Sinds de Russische invasie in Oekraïne klinkt die steeds luider. Ollongren omschrijft die gebeurtenis als een wake-up call.
“Hadden we de lessen uit het verleden geleerd, dan had Europa kracht opgebouwd om zichzelf en zijn inwoners te kunnen verdedigen. Dan had de Russische annexatie van de Krim in 2014 een steviger Europees weerwoord gekregen. Een sterk en daadkrachtig Europa had Poetin wellicht meer kunnen afschrikken.”
Europa is nu nog veel te afhankelijk van de Verenigde Staten. “Maar wat als de VS bij de volgende verkiezingen een minder Europagezinde president krijgt? Europa moet meer verantwoordelijkheid kunnen nemen voor de eigen veiligheid. Dat vragen de Amerikanen ook van ons. We hebben een sterke NAVO én een sterke EU nodig.”