De Elementaire Commando Opleiding (ECO)
Commando’s spreken tot de verbeelding: militairen die zeer zware missies uitvoeren. Het zijn soldaten die de grenzen van hun kunnen willen verkennen en verleggen. Het Korps Commandotroepen (KCT) selecteert aspirant-commando’s op die karaktereigenschappen. De ultieme test is de roemruchte Elementaire Commando Opleiding (ECO).
Elementen ECO
Bekende elementen uit de ECO zijn de overlevingsweek in de Biesbosch en de klimweek in de Belgische Ardennen. Na 7 weken volgt het hoogtepunt: de zogenoemde ‘afmatting’. In die laatste week moeten de aspiranten ruim 200 kilometer afleggen, grotendeels te voet.
Tussen verschillende etappes zijn er fysieke opdrachten. Tijdens de laatste nacht leggen zij met verzwaarde bepakking de ‘commandantenmars’ van 25 kilometer af. Deze tocht eindigt in de Engelbrecht van Nassaukazerne in Roosendaal. Hier komen zij op vrijdagochtend door de ‘Tranenpoort’ binnen. De ECO is dan afgelopen. Wie het heeft gehaald, mag tijdens een bijzonder appèl de mutsdas inruilen voor een (met bier gevulde) groene baret.
Voorbereiding
De ECO is een selectiefase in het proces van commando-worden. Die selectie is niet mals. De aspirant-commando’s krijgen 8 weken lang een zware training onder moeilijke fysieke en mentale omstandigheden. Het is de bedoeling dat alleen de besten overblijven.
Het cursistendiner is de laatste fatsoenlijke maaltijd. Daarna begint de ECO met de zogenoemde ‘mutsdassenexercitie’. Tijdens dit appèl treden de cursisten aan met 2 typische historische uitrustingsstukken: de mutsdas en het toggle rope. Zij dragen zo het tenue van de eerste Nederlandse commando’s tijdens de Tweede Wereldoorlog bij de Commando Basic Training. Zij kregen dit tenue van de Britten in de Schotse plaats Achnacarry.