Blik naar het oosten
In 1945 werd nazi-Duitsland verslagen. Aan de ene kant door de Verenigde Staten en zijn bondgenoten en aan de andere kant door de Sovjet-Unie. Tussen de beide machtsblokken liepen de spanningen al snel hoog op. Deze ruzie scheurde Europa in tweeën en daarmee was de Koude Oorlog een feit.
IJzeren Gordijn
Op de grens tussen het ‘vrije Westen’ en het communistische Oostblok verrees het IJzeren Gordijn. Dit was een zwaar bewaakt hek dwars door Europa. Aan beide kanten bereidden legers zich voor op een mogelijke oorlog: de NAVO in het Westen en het Warschaupact in het oosten.
Deze oorlog bleef gelukkig uit, maar de plannen lagen wel klaar. Als het Warschaupact zou aanvallen, moesten parate troepen van de NAVO aan het IJzeren Gordijn de eerste klap opvangen. Intussen zou de NAVO de rest van de legers mobiliseren en zo snel mogelijk naar Duitsland brengen. Ook was de hulp van extra Amerikaanse eenheden voorzien. Het kostte natuurlijk wel tijd om die naar Europa te krijgen.
Vertragend gevecht
Om tijd te winnen zouden de NAVO-troepen een vertragend gevecht leveren tot aan een meer westelijk gelegen verdedigingslijn. Daar moesten de troepen standhouden, in afwachting van versterkingen. De kans op gebruik van kernwapens was levensgroot. Dit zou rampzalige gevolgen hebben gehad voor alle partijen, inclusief de burgerbevolking.
De NAVO-troepen kregen elk een eigen verdedigingsvak toegewezen langs het IJzeren Gordijn. Het Nederlandse leger lag op de Noord-Duitse laagvlakte. In 1963 namen de spanningen toe. Daarop werden meer parate eenheden, ook van de Nederlandse landmacht, dichter bij het IJzeren Gordijn gestationeerd. Zij werden permanent in Duitsland gelegerd, in plaatsen als Seedorf, Hohne en Langemannshof.
Gelukkig is dit oorlogsscenario geen werkelijkheid geworden. De landmacht ontleende tijdens de Koude Oorlog haar bestaansrecht bijna helemaal aan de dreiging uit het Oosten. Het Nederlandse leger richtte zich helemaal op een mogelijk groot conflict in Europa.
Hernieuwde spanningen
Vanaf 2014 namen de spanningen tussen de NAVO en Rusland weer flink toe. Vanwege de toenemende Russische agressie op het internationale toneel besloot de NAVO zich harder op te stellen. Mede in dit licht vertrokken onderdelen van 44 Pantserinfanteriebataljon begin 2015 voor een aantal weken naar Estland.
De NAVO introduceerde in 2016 een nieuw concept als reactie op de hernieuwde Russische dreiging. Dit concept kwam bekend te staan als enhanced Forward Presence. Met dit initiatief hoopte de NAVO een drempel op te werpen tegen verdere uitbreiding van Russische machtsinvloed. Vanaf begin 2017 vestigde zij daarom in de Baltische staten en in Polen multinationale battlegroups. Elk van deze groepen had de omvang van een versterkt bataljon. De A-compagnie van 44 Pantserinfanteriebataljon versterkte van maart tot juli 2017 de Duitse battlegroup in Litouwen.