Het regiment paraat
44 Pantserinfanteriebataljon vormt de kern van het Regiment Infanterie Johan Willem Friso (RIJWF). Maar het regiment bestaat uit nog 2 eenheden. Dit zijn de Koninklijke Militaire Kapel ‘Johan Willem Friso’ en de Staf stafcompagnie van 43 Gemechaniseerde Brigade.
Legeropbouw
Bij de oprichting in 1950 zag het regiment er anders uit. Het was toen in de eerste plaats een opleidingseenheid voor dienstplichtigen. Nederland moest in die periode haast maken met de militaire opbouw. De spanning tussen het Westen en de communistische Sovjet-Unie liep namelijk in hoog tempo op.
NAVO
Nederland was in 1949 lid geworden van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). De Koninklijke Landmacht richtte bijna alle inspanningen op de NAVO-taak: het verdedigen van West-Europa tegen een mogelijke aanval uit het Oosten. Ook het Regiment Infanterie Johan Willem Friso was hierbij van de partij.
Opleiding
De eerste rekruten kregen hun basisopleiding bij het opleidingsdepot, dat zat onder andere in Steenwijk en Roermond. De meeste infanteristen van RIJWF kwamen terecht bij het parate 422 Bataljon Infanterie. Deze eenheid was sinds 5 juni 1953 op de Adolf van Nassaukazerne in Zuidlaren gelegerd. 4 jaar later kreeg het bataljon de naam 44 Bataljon Infanterie. In 1960 kreeg het zijn huidige naam: 44 Pantserinfanteriebataljon. 6 jaar later ging het bataljon daadwerkelijk ‘onder pantser’.
De Koude Oorlog en daarna
Tijdens de Koude Oorlog oefende het bataljon vooral veel. Dit gebeurde onder meer op grote oefenterreinen in Duitsland en Frankrijk. De val van de Berlijnse Muur in 1989 leidde het einde van de Koude Oorlog in. Daarna werd de landmacht stap voor stap verkleind en gereorganiseerd. De belangrijkste taak werd nu het leveren van bijdragen aan internationale operaties die zich overal ter wereld konden voltrekken.