Internationale operaties
Tijdens de Koude Oorlog was de politieke verdeling in de wereld vrij duidelijk. Het ‘vrije Westen’ en het Oostblok stonden lijnrecht tegenover elkaar. Als er oorlog zou uitbreken, dan was het tussen die 2 partijen. Maar na 1989 ging de wereldorde op de schop. In dat jaar viel de Berlijnse Muur en was de Koude Oorlog voorbij. Dat leidde tot internationale ontspanning, maar helaas ook tot andersoortige conflicten.
Libanon
Aan het begin van dit nieuwe tijdperk nam 44 Pantserinfanteriebataljon RIJWF een bijzondere positie in binnen de krijgsmacht. Als enige Nederlandse militaire eenheid had het al een grote vredesmissie achter de rug. Van 1979 tot 1985 leverde het bataljon namelijk het leeuwendeel van de Nederlandse bijdrage aan de VN-troepenmacht UNIFIL in Libanon.
Joegoslavië
Na de val van de Muur in 1989 begon het in Joegoslavië te rommelen. Binnen 2 jaar brak een gruwelijke burgeroorlog uit. De internationale gemeenschap besloot in te grijpen. Eerst bood de VN-troepenmacht humanitaire hulp, later hield het ook de strijdende partijen uit elkaar. Desnoods gebruikten de VN’ers hierbij geweld. Ook 44 Pantserinfanteriebataljon RIJWF ging naar het voormalige Joegoslavië. Als SFOR 9 trad de eenheid in 2000-2001 op in Bosnië-Herzegovina. 4 jaar later keerden de pantserinfanteristen uit Havelte terug als SFOR 17.
Afghanistan
In 2004 kreeg de C-compagnie van 44 Pantserinfanteriebataljon een nieuwe opdracht in Noord-Afghanistan. Daar maakte zij deel uit van een missie met de afkorting ISAF. Hierbij nam Nederland in 2006 de verantwoordelijkheid voor de veiligheid in de provincie Uruzgan in Zuid-Afghanistan op zich.
44 Pantserinfanteriebataljon leverde 3 maal gevechtseenheden aan de Task Force Uruzgan (TFU). De eerste keer ging het om een compagnie ter beveiliging van de Deployment Task Force. Aansluitend maakte een andere compagnie deel uit van de eerste battlegroup van de TFU. Voor de vijfde rotatie van de battlegroup vertrok het vrijwel voltallige bataljon naar Afghanistan. Toen bleef juist 1 compagnie thuis in Havelte.
Op 1 augustus 2010 kwam een einde aan de TFU. Nog geen jaar later keerde het bataljon echter terug naar Afghanistan. Begin 2011 besloot de regering namelijk wederom een steentje bij te dragen aan de handhaving van orde en stabiliteit in het land. Daarop stuurde zij militairen ter ondersteuning van de Geïntegreerde Politietrainingsmissie (GPM).
Voor de eerste Nederlandse Police Training Group (PTG) leverde 44 Pantserinfanteriebataljon 10 militairen van de B-compagnie en een deel van de bataljonsstaf. Toen een half jaar later PTG-2 aanving, was de beurt aan een deel van de Alfa-compagnie om naar Kunduz af te reizen. De hoofdtaak van het bataljon was steeds het voorzien in de beveiliging van de instructeurs. Eind april 2012 kwam voor het 44e een einde aan de inzet voor de PTG’s.
Vanaf december 2014 waren de Afghaanse autoriteiten zelf verantwoordelijk voor de veiligheidshandhaving in hun land. Daarin werden zij nog wel geadviseerd door de NAVO bij wijze van de Resolute Support Mission. Opnieuw leverde 44 Pantserinfanteriebataljon enige malen militairen voor de beveiliging van instructeurs.
Irak
In 2014 veroverde Islamitische Staat (IS) in hoog tempo grote delen van Syrië en Irak. De terroristische organisatie ontpopte zich als een grote bedreiging. De internationale gemeenschap besloot tot ingrijpen en startte op 10 oktober operatie Inherent Resolve. De operatie had 2 aspecten. Ten eerste werd een grootscheeps luchtoffensief ingezet. Daarnaast begon de internationale coalitie Iraakse en Koerdische militairen en politieagenten te trainen. Zij konden met die training IS effectiever bestrijden vanaf de grond.
44 Pantserinfanteriebataljon leverde 2 maal een aantal militairen aan de trainingsmissie in Irak. Daar ondersteunden de pantserinfanteristen vooral bij de training van Koerdische strijders bij de stad Erbil. De C-compagnie begaf zich eind 2014 richting Irak. In oktober 2016 vertrok een peloton van de B-compagnie als tweede detachement van het 44e. Zij vervulde aldaar haar taken tot 24 januari 2017.