Ceremonieel tenue

Elk infanterieregiment heeft zijn eigen tenue. Het netste pak van de leden van Regiment Infanterie Johan Willem Friso is het ceremonieel tenue. Militairen van het regiment dragen dat uniform alleen tijdens bijzondere gelegenheden. Denk daarbij aan staatsbezoeken, een huwelijk van een lid van de koninklijke familie of een taptoe. Ook draagt de Koninklijke Militaire Kapel ‘Johan Willem Friso’ het tenue tijdens Prinsjesdag.

Vergroot afbeelding Koninklijke Militaire Kapel 'Johan Willem Friso' in ceremonieel tenue. Archieffoto: ministerie van Defensie.
Koninklijke Militaire Kapel ‘Johan Willem Friso’ in ceremonieel tenue.

Gedragen door erecompagnie en vaandelwacht

De erecompagnie ‘Johan Willem Friso’ draagt het ceremonieel tenue. Militairen uit 44 Pantserinfanteriebataljon RIJWF en de leden van de Koninklijke Militaire Kapel ‘Johan Willem Friso’ vormen deze compagnie. Bij gelegenheden draagt ook de vaandelwacht dit uniform.

Vergroot afbeelding Ceremonieel tenue Regiment Johan Willem Friso.
Ceremonieel tenue.

Invoering

Het tenue werd in 1955 voor het eerst ingevoerd bij de Johan Willem Friso Kapel. Het werd toen aangeboden door het Comité Gala-uniformen Johan Willem Friso Kapel, gevormd uit onder meer de burgerij van Assen.

Het comité baseerde het op het geklede tenue. Officieren van het wapen der Infanterie droegen dat in 1953. Dit uniform stamt weer af van het geklede tenue dat militairen van 1905 tot 1912 bij de Koninklijke Landmacht droegen.

De leden van de Johan Willem Friso kapel droegen aanvankelijk een baret met de witte pluim. De traditionele sjako (via het Frans ontleend aan de Hongaarse ‘czako’) uit 1865 verving in 1959 de baret. Officieren en adjudant-onderofficieren dragen op de zogenoemde pompon (de koperkleurige bal op de sjako) een pluim van witte hanenveren.