Zr.Ms. Tromp
Zr.Ms. Tromp is een van de luchtverdedigings- en commandofregatten van de De Zeven Provinciën-klasse.
Luchtverdedigings- en commandofregat
Zoals het type al aangeeft, heeft het luchtverdedigings- en commandofregat (LCF) 2 hoofdfuncties: luchtverdediging en commandovoering. De verdedigingsfunctie houdt in dat ze een vlootverband in zijn geheel moet kunnen beschermen. De commandofunctie betekent dat het schip een complete operationele staf aan boord kan nemen. De commandant van deze staf heeft dan de leiding over meerdere schepen; een eskader of vlootverband.
Op de boeg staat de NAVO-aanduiding van het fregat: F803.
Geschiedenis Zr.Ms. Tromp
- Kiel gelegd: 3 september 1999.
- Te water gelaten: 7 april 2001.
- In dienst gesteld: 14 maart 2003.
Voorgangers
- 1777-1796: linieschip van 54 stukken van de admiraliteit van de Maze.
- 1803-1826: kanonneerschoener nr. 22 van 7 stukken.
- 1808-1823: linieschip van 64/60 stukken.
- 1830-1872: linieschip; op stapel in 1830, in 1867 van de sterkte afgevoerd en in 1872 gesloopt. Dit schip heeft nooit gevaren.
- 1877-1904: schroefstoomschip eerste klasse.
- 1904-1932: pantserschip.
- 1936-1968: kruiser.
- 1976-1999: geleidewapenfregat.
Waar komt de naam vandaan?
Schepen van de Koninklijke Marine met de naam Tromp zijn vernoemd naar 2 zeehelden: Maarten Harpertszoon Tromp (1598-1653) en zijn zoon Cornelis Tromp (1629-1691).
Maarten Tromp
Maarten Harpertszoon Tromp is een van ’s lands grootste zeehelden. Om zijn uitstekende manier van leidinggeven en zijn populariteit onder de bemanningen kreeg hij de bijnaam Bestevaer. Oorspronkelijk werd met ‘bestevaer’ een grootvader of oude man bedoeld, later werd het een vertrouwelijk-eerbiedige eigennaam. Ook Michiel de Ruyter kreeg later deze erenaam. Maarten Tromp is begraven in de Oude Kerk in Delft.
Deze Tromp werd in 1598 in Brielle geboren. Hij had een zware jeugd en monsterde op 9-jarige leeftijd al aan op de reis van Van Heemskerck naar Gibraltar. Hij verloor zijn vader op 11-jarige leeftijd: deze werd voor zijn ogen gedood in een gevecht met een Engels kapersschip. De jonge Tromp werd 2 jaar gevangen gehouden.
Van 1617 tot 1620 diende hij in de Middellandse Zee. Eerst als kwartiermeester (later stuurman) aan boord van een oorlogsschip dat de piraten bestreed, later als stuurman op de koopvaardij. Hij werd opnieuw gevangen genomen en diende nu als slaaf van de Bey van Tunis.
Terug in Nederland werd Tromp in 1622 luitenant op een oorlogsschip en kreeg 2 jaar later het commando over een schip van 40 stukken (kanonnen). In 1629 werd Tromp door Piet Heyn benoemd tot kapitein van zijn vlaggenschip. Van 1633 tot 1637 had Tromp een functie aan wal. In 1637 werd hij aangesteld tot luitenant-admiraal van Holland en West-Friesland en opperbevelhebber van de vloot. In oktober 1639 behaalde Tromp in februari een overwinning op de kapers van Duinkerken.
Eind 1639 behaalde Tromp zijn grootste overwinning, op de Spaanse vloot. In de Slag bij Duins voerde hij de Nederlandse vloot aan met daarin ook de eskaders van Witte de With en Joost Banckert. Tromp paste hier als eerste de door hem zelf uitgedachte linietactiek toe. In plaats van een gebruikelijke zeeslag waarbij de schepen elkaar één op één beschoten en daarna enterden voor man-tot-mangevechten, liet Tromp zijn schepen een gesloten kiellinie varen.
In 1648 werd vrede met Spanje gesloten waardoor een einde kwam aan de Tachtigjarige Oorlog. De Staten Generaal meenden dat het handhaven van een sterke vloot niet langer nodig was.
In 1652 brak er echter opnieuw oorlog uit en wel met de Engelsen, die afgunstig waren op het toenemen van onze handelsvloot. In hoog tempo werden nieuwe oorlogsschepen gebouwd en uitgerust. In deze Eerste Engelse Oorlog (1652-1654) probeerden de Engelsen Nederlandse havens te blokkeren en vielen zij Hollandse koopvaarders aan. De Nederlandse vloot onder bevel van Tromp probeerde in verschillende zeeslagen dergelijke acties te verhinderen.
Op 10 augustus 1653 voerde Tromp in de Slag bij Terheyde de Nederlandse vloot aan, met onder hem onder anderen Evertsen en De Ruyter. Tijdens de strijd werd Tromp in de borst getroffen door een musketkogel. Tromp heeft de overwinning van de Nederlandse vloot niet meer meegemaakt. Hij werd naar zijn kajuit gebracht waar hij overleed.
Cornelis Tromp
Cornelis Tromp werd in 1629 te Rotterdam geboren. Hij was de zoon van Maarten Harpertszoon Tromp. Hij was nog geen 16 jaar oud toen zijn vader hem als luitenant op zijn schip plaatste. 4 jaar later werd hij benoemd tot kapitein. Op 26-jarige leeftijd werd hij benoemd tot viceadmiraal. Deze rang hield hij tot 1665.
In dat jaar vond de Slag bij Lowestoft plaats. Tijdens de gevechten sneuvelden meerdere vlagofficieren. Tromp moest toen de leiding over de vloot op zich nemen. Na de zeeslag werd hij tijdelijk belast met het opperbevel over de vloot. Na De Ruyters terugkeer werd hij van dit bevel ontheven en onder De Ruyter geplaatst.
In 1673 nam Tromp deel aan de slagen bij Schooneveld en Kijkduin. In 1674 voer hij, zonder toestemming van de admiraliteit, met een deel van de vloot naar de Middellandse Zee. Na dit incident kreeg hij nooit meer de leiding over een Nederlandse vloot.
In 1691 werd alsnog een beroep gedaan op Tromp: hij werd benoemd tot opperbevelhebber. Er werd een vlaggenschip voor hem klaargemaakt, maar hij heeft de vloot nooit kunnen leiden. Zijn gezondheid ging plotseling hard achteruit. Op 26 maart 1691 overleed hij in Rotterdam.
Embleem
Het embleem is ontleend aan een familiewapen. Het toont in zilver een keper van keel (= rood), beneden vergezeld van een 17e-eeuws galjoen van sabel, varende op een zee in natuurlijke kleur; in een schildhoofd van azuur een gouden lelie.