Mijnenjagers

De hoofdtaak van de mijnenjagers is het mijnenvrij houden van de zee, de kustwateren en de havenmondingen. Daarnaast beschermen ze marine-eenheden in mijngevaarlijke gebieden op de wereld.

Het kan dat actuele informatie nog niet is toegevoegd op deze pagina.

Lees ook: Marine haalt mijnenjager Zr.Ms. Vlaardingen uit de vaart (27 maart 2024), Mijnenbestrijdingsvaartuig Vlissingen te water (19 oktober 2023), Eerste mijnenbestrijdingsvaartuig uit project met België te water gelaten (29 maart 2023), Eerste nieuwe Nederlandse mijnenbestrijdingsvaartuig in zicht (14 juni 2022) en Civiele uitbreiding van de mijnenbestrijdingsvloot (13 februari 2020).

De eenheden worden wereldwijd ingezet ter ondersteuning van landoperaties vanuit zee. Denk aan het mijnenvrij maken van een kuststrookdeel voor een amfibische landing. Maar ook dichter bij huis voor het opsporen en ruimen van zeemijnen en explosieven op zee in het Nederlandse deel van het continentaal plat.

Daarnaast maken Nederlandse mijnenjagers permanent deel uit van de NAVO-mijnenbestrijdingsflottielje SNMCMG 1 (Standing NATO Mine Counter Measures Group 1). En de schepen kunnen worden ingezet om scheepswrakken en vermiste containers die een gevaar vormen op te sporen.

Video: Mijnendienst

De mijnenjagers van de Koninklijke Marine ruimen dagelijks explosieven en zorgen voor veiligheid op zee. Er liggen wereldwijd nog honderdduizenden explosieven op de zeebodem. Zij vormen een gevaar voor passerende scheepvaart. Ook kunnen mijnen in tijden van conflict belangrijke gebieden geheel onbereikbaar maken. Ze beschermen marineschepen wereldwijd in een mijnengevaarlijk gebied. En houden onze Noordzee en havenmondingen vrij van mijnen en vliegtuigbommen uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Ze maken kuststroken veilig voor amfibische operaties van onze mariniers.

De 6 mijnenjagers van de Alkmaarklasse kunnen mijnen opsporen, identificeren en vervolgens vernietigen. [in juni 2022 is Zr.Ms. Urk, een van de mijnenjagers van de Alkmaarklasse, uit dienst gesteld] Zolang de wereld afhankelijk is van een vrije doorvaart over zee en explosieven een gevaar vormen voor passerende scheepvaart, blijven mijnenjagers een onmisbare capaciteit voor de Koninklijke Marine. Om te beschermen wat ons dierbaar is.

Specificaties

  • aantal: 4 (oorspronkelijk 15)
  • bemanningsleden: 28 tot 38
  • waterverplaatsing: 543 ton
  • lengte: 51,5 meter
  • breedte: 8,9 meter
  • diepgang: 3,8 meter
  • Voortstuwing:
    • mijnenjagen: 2 ADEC actieve roeren, totaal 240 pk
    • vrije vaart: Stork Werkspoor 1.860 pk
    • snelheid: 13 knopen (vrije vaart)  
  • systemen:
    • Op de romp geplaatste sonar (hull mounted sonar, HMS): de 2022 Mk III van Thales Underwater Systems (TUS);
    • Zelf aangedreven variabele diepte-sonar (self propelled variable depth sonar, SPVDS): Saab Bofors Double Eagle MkIII-mini onderzeeboot met een TUS Mk 2022-sonar;
    • Commando- en communicatiesysteem: integrated mine counter measures system van Atlas Elektronik.
  • bewapening:
    • 3 x M2-zwaar machinegeweer
    • mijnenidentificatie- en vernietigingssysteem SeaFox (Atlas Elektronik)
    • mine clearance duikers

Mijnenjagen

De mijnenjagers van de Koninklijke Marine hebben altijd een Hull Mounted Sonar (HMS) en afhankelijk van de missie een Self Propelled Variable Depth Sonar (SPVDS). Hiermee zoekt een mijnenjager de zeebodem af. Met deze sonarapparatuur kunnen niet alleen mijnen, maar bijvoorbeeld ook scheepswrakken en vermiste containers worden opgespoord.

Met de HMS kunnen nagenoeg alle objecten onder water worden opgespoord. Maar mochten temperatuurverschillen en zoutgehalte de detectie onmogelijk maken, dan wordt de mobiele SVPDS ingezet. Dit is een mini-onderzeeboot met een eigen sonar. Deze komt het beste tot zijn recht in operatiegebieden met grotere waterdiepten en verschillende waterlagen. De SVPDS wordt bestuurd vanuit de mijnenjachtcentrale en kan tot een kilometer van het schip explosieven opsporen.

SeaFox

Als een explosief is ontdekt, gaat de SeaFox het water in. Met het Acoustic Positioning System, vaart het 1,31 meter lange Unmanned Under Water Vehicle (UUV) naar het contact toe. De laatste 20, 30 meter wordt het UUV vanuit de mijnenjachtcentrale bestuurd.  

De marine heeft 3 soorten SeaFoxen, die op een aantal kleine punten verschillen en voor verschillende doelen worden gebruikt:

  • Sea Fox T (Training), is voor leerdoeleinden van het dekpersoneel en het personeel in de mijnenjachtcentrale.
  • De oranje Sea Fox I (Investigate) heeft een sonar en een camera om het doelwit te vinden en te onderzoeken.
  • De zwarte Sea Fox C (Combat) heeft een sonar, een camera en kan van een explosief worden voorzien om het doelwit op te ruimen. Deze UUV wordt dus samen met het explosief opgeblazen.

Behalve de SeaFoxen kunnen ook duikers een contact verkennen en er een explosief aan vast maken.

Modernisering

De mijnenjagers zijn gemoderniseerd in het Project Adjusting Mine-counter-measures Capability (PAM). Met het PAM zijn de nieuwe sensoren en communicatiemiddelen verbeterd, de schepen kregen een nieuwe kombuis, nieuwe brandmeldinstallatie, een nieuwe brandbestrijdingsinstallatie, drinkwaternabehandelingsinstallatie en een onbemande Technische Centrale (TC). De techneut zit niet langer in de TC, maar krijgt storingsmeldingen op zijn telefoon. Ook de mijnenjachtcentrale is voorzien van de nieuwste apparatuur.

Bemanning

De omvang van de bemanning is afhankelijk van de uit te voeren taken. Het totaal varieert tussen 28 en 38 bemanningsleden. Iedereen aan boord heeft zijn eigen taken en specialiteit. Daarnaast heeft ieder bemanningslid een specifieke rol bij bijzondere situaties, zoals calamiteiten als brand en averij.

Bijzondere constructie

Het opvallendste aan een mijnenjager is de volledige afwezigheid van staal: de romp is van polyester en de opbouw van aluminium. Dit is gedaan omdat veel zeemijnen reageren op verstoringen van het magnetische veld. Hiervoor werden mijnenbestrijders van hout gebouwd, wat veel onderhoud vraagt.  

Niet alleen de polyesterromp was tijdens het ontwerpen in de jaren ’70 van de vorige eeuw een geavanceerde noviteit, dat gold ook voor de besturings- en andere systemen. Een mijnenjager moet binnen zeer kleine marges kunnen opereren. De ontwerpers bouwden een systeem met precisie-navigatiemiddelen, automatische piloot, actieve roeren en boegbesturing, waarmee het schip via een computer automatisch nauwkeurig is te manoeuvreren.

Goede leefomgeving

Ook is op de schepen aandacht besteed aan een goede leefomgeving. De schepen hebben actieve stabilisatie, permanente NBC-bescherming over het hele schip, airco, vrieskamer en een wasserij. Ze zijn voorzien van duikinstallaties, waaronder een eenpersoons-decompressietank, die door een helikopter van boord kan worden gehaald. Zo kan een slachtoffer veilig naar een ziekenhuis worden gebracht.

Controle overgenomen

De operationele ruimtes bestaan uit een brug, commandocentrale/ mijnenjachtcentrale en radiohut. De brug is in gemeenschappelijk overleg ontworpen bij het Instituut voor Zintuig Fysiologie, waardoor met een minimum bezetting alle installaties vanaf een paneel kunnen worden bediend. De commandocentrale en radiohut bevinden zich vlakbij de brug. Tijdens de mijnenjacht neemt de commandocentrale de controle over het schip volledig over. De brug heeft dan een veiligheidsfunctie voor de navigatie. In de commandocentrale bevinden zich naast de beeldkasten van sonar, radar en datahandling-apparatuur ook de bediening voor de hulpvoortstuwing.

Gezamenlijk ontwerp

De 5 mijnenjagers van de Alkmaarklasse zijn gezamenlijk ontworpen door Nederland, België en Frankrijk. Zo heeft Frankrijk de apparatuur geleverd, België het elektronische systeem en de voortstuwing is Nederlands. Vanwege deze samenwerking tussen 3 landen is de internationale naam van deze scheepsklasse de Tripartite-klasse. Toen de laatste mijnenjager in 1989 in dienst werd gesteld, had de marine 15 exemplaren. In 2011 zijn als bezuinigingsmaatregel 4 mijnenjagers uit dienst gesteld van de 10 die toen nog voeren: Hr.Ms. Haarlem, Hr.Ms. Maassluis, Hr.Ms. Hellevoetsluis en Hr.Ms. Middelburg. In 2022 is Zr.Ms. Urk uit dienst gesteld. Reden is dat de mijnenjager aan het einde van zijn levensduur is. In dienst zijn nu nog:

Zr.Ms. Vlaardingen (M863) is op 27 maart 2024 uit dienst gesteld.

Vernieuwing vloot

De mijnenjagervloot wordt vervangen. De nieuwe schepen hebben een revolutionair ontwerp. Dat zit in de systemen, maar ook in de manier van opereren. Ze krijgen bijvoorbeeld moderne sensoren. Daarnaast bevatten de schepen een toolbox met onbemande en autonome varende en vliegende drones. Deze zijn op, boven en onder het water in te zetten. Zo hoeven de schepen met hun bemanning niet meer een gebied in met mogelijk zeemijnen of andere explosieven.

Nederland en België trokken samen op bij de aanschaf van totaal 12 schepen, waarvan 6 voor Nederland. Die worden vernoemd naar de havenplaatsen Vlissingen, Scheveningen, IJmuiden, Harlingen, Delfzijl en Schiedam. De levering vindt plaats tussen 2024 en 2030.