Het regiment paraat
Tegenwoordig telt het Regiment Limburgse Jagers 1 paraat infanteriebataljon. Dat is 42 Pantserinfanteriebataljon, onderdeel van 13 Mechbrig. In het verleden zag het regiment er heel anders uit. In dit deel van de canon staan de parate eenheden van RLJ centraal.
Oprichting
Het regiment is opgericht in 1950. Toen was het een ‘echte’ eenheid: een opleidingsdepot voor (dienstplichtige) militairen. Na de opleiding kwamen zij bij parate eenheden terecht, maar bleven lid van het regiment. In de jaren ’60 verdwenen de opleidingsdepots, maar de regimenten bleven voortbestaan. Zo hield de Koninklijke Landmacht haar geschiedenis en tradities in ere.
De Koude Oorlog
De jaren tussen 1949 en 1989 staan bekend als de Koude Oorlog. Het democratische westen en het communistische Oostblok stonden elkaar naar het leven. Die spanningen joegen een ongekende wapenwedloop aan. De scheidslijn tussen beide blokken liep dwars door Europa. En ook dwars door Duitsland.
Om een eventuele aanval vanuit het Oosten te weerstaan, verbonden de westelijke landen zich in de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). NAVO-troepen stelden zich op langs het ‘IJzeren gordijn’, zoals die scheidslijn wordt genoemd. De Koninklijke Landmacht kreeg een operatiegebied in Noord-Duitsland toegewezen.
Sindsdien stonden vrijwel alle defensie-inspanningen in het teken van de verdediging van West-Europa. Limburgse Jagers van 42 Pantserinfanteriebataljon vertrokken met 41 Pantserbrigade naar Duitsland. Zij werden gelegerd in Seedorf. Daar, dichter bij het IJzeren Gordijn, moesten ze de eerste klappen opvangen als communistische troepen die scheidslijn overtrokken. Dat was het scenario waar duizenden dienstplichtigen van Regiment Limburgse Jagers zich op voorbereidden.
Na de Koude Oorlog
De val van de Berlijnse Muur in 1989 luidde het einde van de Koude Oorlog in. De landmacht werd stap voor stap verkleind en gereorganiseerd. De belangrijkste taak van de Limburgse Jagers werd de deelname aan internationale operaties, waar ook ter wereld.